Toen ik las dat rapper Q’n gaat optreden in The Grass Company bij Popronde Den Bosch, was de keuze snel gemaakt. Ik ken het werk van deze jonge rapper en vind zijn teksten en muziek een verademing tussen al het gebruikelijke rap spektakel.
Aan het woord is Patrick van Heeswijk die KLANKGAT benaderde met het verzoek om een artikel over Q’n te schrijven. Bij deze.
Q’n

Coffeeshop The Grass Company doet dit jaar voor de eerste keer mee aan Popronde Den Bosch. Op hun setlist staan de namen Q’n, Gijs en BrooksJourney. Alle drie hiphop boii’s. Koen Hendriks alias Q’n begint als eerste om 20:30 uur.
Aan de deur wordt me gevraagd een ID te tonen, een bewijs dat ik minstens 18+ ben. Alles gaat relaxed, de juiste omgeving voor het verhaal dat Q’n te vertellen heeft. En dat is nogal wat. Deze jongen gaat de diepte in. Hij typeert zichzelf dan ook als ‘Southside Sadboii-shit’. Maar of dat zo blijft, is nog maar de vraag. Met de nieuwste release, Stereo, hoor ik toch wel een andere Q’n. Krachtiger, weerbaarder ondanks dat hij een periode beschrijft dat hij goed in de shit zat en stemmen hoorde.
Het is gezellig druk in de coffeeshop. Q’n en een DJ zijn al begonnen. Ik doe mijn oortjes af, heb net de laatste single Stereo beluisterd. De quote ‘gedachten zijn stereo’ (… stemmen in je hoofd …) blijft hangen. Het knappe aan deze rapper vind ik zijn eerlijkheid. Onverbloemd spreekt hij over zijn depressies en verslaving, maakt ze openbaar en stelt zich zo kwetsbaar op. Dat durven echt niet veel mensen. Rap als therapie? Wie weet, misschien bereikt hij mensen die dan hulp gaan zoeken.

Wat ook fijn is dat hij in zijn teksten weinig urban slang verwerkt. Spelen met taal, de Nederlandse taal als tool. Mijn favoriete nummer van dit moment is REVL NU (Sinus 2021), over onoverbrugbare verschillen in karakters en relationele problemen.
Ondanks al die heavy shit heeft de rapper het naar zijn zin, hij is vriendelijk en het publiek luistert aandachtig. Het is een prima show en ik kijk uit naar de releases die dit jaar nog gaan komen
Coverfoto: Mickey Obo