Bart van Dongen

Kijkje in de keuken van De Stadscomponist

Gewoon Johan interviewt Bart van Dongen die elke maand een voor iedereen toegankelijk stuk componeert

Bart van Dongen is De Stadscomponist van Den Bosch. Op 63-jarige leeftijd doet hij hetzelfde als wat hij op 15-jarige leeftijd deed: dingen bedenken en organiseren. Vandaag ben ik voor KLANKGAT op pad om verder kennis te maken met Bart en om hier het artikel over te schrijven dat je nu leest.

Wie is Bart van Dongen? Wat doet een stadscomponist? Wat beweegt hem? Welke instrumenten heeft hij en wat kunnen we van hem verwachten? Deze vragen hoop ik beantwoord te krijgen.

We hebben in het café van het Willem Twee Poppodium afgesproken voor de kennismaking.
Vooraf vroeg ik ook of we naar zijn huis konden gaan daarna, zodat ik wat meer in zijn wereld kon duiken en omdat ik ook benieuwd was naar welke instrumenten hij allemaal heeft staan.

De Stadscomponist

Stadscomponist
Bart van Dongen – De Stadscomponist

Nadat Ronald Rijken foto’s heeft genomen voor bij dit artikel en we van koffie zijn voorzien, vraag ik Bart naar zijn achtergrond en eerste kennismaking met muziek.

Bart van Dongen: ‘’Ik ben geboren in Zeeland, een klein dorpje tussen Nijmegen, Eindhoven en Den Bosch. Vanaf heel jong begon ik al te drummen op potten en pannen in huis. Zo rond mijn vijftiende ging ik bij de dorpsharmonie en kreeg ik het instrument in mijn handen geduwd waar een tekort aan was, want zo ging dat. Dat was de corhoorn. Uiteindelijk ging ik trombone op het conservatorium in Utrecht studeren, maar dat heb ik na drie à vier maanden neergelegd. De trombone had ik ingepakt en ik stortte me op de piano, om na drie jaar piano aan het conservatorium in Arnhem te gaan studeren.’’

Stadscomponist
onweerstaanbare groove

Johan van Bommel: ‘’Wat trok jou toen zo naar de piano?’
Bart: ‘’Eigenlijk omdat het voor mij een soort combinatie van de trombone en het drummen was. Op een piano kun je zowel ritmisch losgaan, als melodisch. Het kan ook beide tegelijk en ik hou van zo’n onweerstaanbare groove. Met een piano heb je zelf meer in de hand. Het is heerlijk om verantwoordelijk te zijn voor zo’n groove die dan direct uit jezelf komt.

Johan: ‘’Wat is het eerste album dat je zelf kocht?’’
Bart: ‘’Dat was van Joe Cocker met het nummer ‘’The Letter’’ erop. Het album heet ‘Mad Dogs & Englishman’’

Johan: ‘’Je bent stadscomponist van Den Bosch, wat houdt dat nu eigenlijk in?
Bart: ‘’Samengevat in één zin is het eigenlijk: Het componeren van muziek van, dóór en vóór de stad.’’

Johan: ‘’Hoe krijgt dat vorm? Wat houdt je momenteel bijvoorbeeld bezig?’’
Bart: ‘’Pas geleden was bijvoorbeeld de Guitar Gods on Sunday hier in de Kleine Zaal. Ik had verschillende composities gemaakt, om die samen met zo veel mogelijk gitaristen uit de stad te gaan spelen. Er waren vijf verschillende stukken waarmee ik kon afwisselen en met behulp van borden kon dirigeren. Maar elke maand componeer ik ook een stuk dat voor iedereen toegankelijk is, en waarmee iedereen mag doen wat ie wil. Deze verschijnt maandelijks in de Bossche Omroep en op mijn website.
Wel zou ik het dan leuk vinden als ik een bericht, filmpje of audiofragment krijg van wat iemand ermee doet. Het zou al helemaal mooi zijn als een verzameling hiervan live met elkaar gepresenteerd kan worden op een evenement. Het is erg afwisselend wat ik doe. Laatst heb ik tijdens een schilderles bij Huis73 live piano gespeeld, terwijl ik ondertussen geportretteerd werd. Voor Huis73 heb ik ook de muziek voor de audiotour gecomponeerd. Dit is onderdeel van Shift Talks.’’

Bart van Dongen
elke maand een compositie

Johan: ‘’Welk werk van jezelf ben je het meest trots op?’’
Bart: ‘’Dat is een moeilijke vraag, want elk werk heeft zijn eigen waarde in zijn tijd, op die plek en dat moment. In dat stukje ontwikkeling is alles veel waard, ook al zijn het heel verschillende dingen.
Zelf luister ik eigenlijk ook niet veel terug. Waar ik wel trots op ben, is wat ik iemand een keer hoorde zeggen nadat ik een lezing had gegeven. Iemand zei tegen iemand anders: ‘’Weet je wat nou het mooie is van Bart zijn werk? Dat het zo toegankelijk is, zonder te pleasen’’. Dat is eigenlijk wel precies wat ik wil doen ook. Het maakt me niet echt uit of mensen het per se mooi vinden, maar wel dat het toegankelijk is en dat die muziek iets doet, dat het communiceert.

Johan: ‘’Wat is het mooiste optreden dat je ooit hebt bijgewoond?’’
Bart: ‘’Het mooiste dat is lastig te zeggen, maar er zijn wel een aantal optredens die mij blijvend hebben veranderd als maker. Één daarvan was in de Willem Twee Toonzaal van Charlemagne Palestine. Hij had een paar redelijk goedkope Yamaha keyboards staan. Met bierviltjes had hij hierop een aantal akkoorden vastgezet die bleven doorklinken, waarover hij live speelde op een vleugel. Plotseling ging er een film aan, waarop je beelden van allerlei graven zag. Het ongemak in het publiek nam enorm toe, vooral toen het leek te gaan om kindergraven, gezien de leeftijden op de grafstenen.
Er hing een soort gevoel van ‘Wow heeft deze gast op een kinderkerkhof lopen filmen voor dit optreden?’ Achteraf bleek het wel om een dierenkerkhof te gaan.’’

Favoriete muzikanten
Miles Davis, Joe Cocker, Len Russell, David Bowie

Johan: ‘’Welke muzikanten inspireren jou?’’
Bart: ‘’Leon Russell, die speelt ook op dat album van Joe Cocker. Die heeft dus echt van die onweerstaanbare grooves op de piano. Verder kwam ik er laatst eigenlijk pas achter hoeveel David Bowie voor me heeft betekend. Niet zo zeer in de muziek zelf, maar wel in het hele tot stand komen van zijn wie je wil zijn en om te mogen doen wat je wil doen. Er is ook nog een ander album dat me heel erg heeft geïnspireerd. Ik had het ooit eens gekocht en wel eens gedraaid, maar eigenlijk na vijftien jaar pas weer geluisterd. Toen kwam ik erachter hoe mooi het eigenlijk is. Dat is ‘In a Silent Way’ van Miles Davis. Al mijn werk dat ik maak is ergens wel terug te linken aan dat album, samen met die van Joe Cocker.’’

Voor de laatste vragen fietsen we samen naar het huis van Bart. Dit ligt vlakbij het Willem Twee Poppodium, maar nog dichter bij de Brabanthallen. Ik vind het leuk dat ik welkom ben om een kijkje in de keuken te nemen bij iemand die al zo lang muziek maakt en zoveel ervaring heeft.
We komen binnen in de gang waar aardig wat materiaal in flight cases klaar staat, omdat Bart momenteel op tournee is met een muziekproject.

Johan: ‘’Wat gaat er momenteel mee op de tour?’
Bart: ‘’Een Wurlitzer piano, een Fender Bandmaster versterker en een Moog Prodixy synthesizer. Normaalgesproken neem ik de Synton Syrinx synthesizer mee. Dat is het enige Nederlandse merk dat synthesizers maakte. Het is een zeldzaam instrument.’’

Via de keuken lopen we het huis in terwijl Bart wat over de geschiedenis ervan vertelt. Vroeger was het een bakkerij, waardoor je dus nog steeds verschillende delen in het huis hebt. De ene kant was vroeger het winkelgedeelte waar ook klanten kwamen en het andere deel de bakkerij.

Johan: ‘’Verder staan er eigenlijk niet gek veel instrumenten..’’
Bart: ‘’Klopt. Op een gegeven moment besloot ik dat ik thuis niet meer wil werken. Anders blijf je altijd maar in die muzikale bubbel. Daarom staat bijna alles nu in mijn werkruimte in Eindhoven.
Daar kan ik dan in die bubbel duiken, maar er thuis ook weer uitstappen.’’

Wel staat er een zwarte ED Seiler piano in zijn woonkamer. Bart loopt er naartoe en pakt een tas die hiernaast staat. Voorzichtig zet hij de tas op tafel en er komt een prachtig afgewerkte melodica uit tevoorschijn.

melodica
melodica

Bart: ‘’Deze heb ik altijd prachtig gevonden. Destijds kostte het instrument ongeveer €25.000,-.
Dit kon ik nooit betalen. Nu speel ik er wel eens op ter nagedachtenis aan een overleden muzikantenvriendin van me, want deze was van haar.’’
Bart begint een stuk te spelen en aandachtig luister ik naar de klanken.

Het is moeilijk te omschrijven hoe deze precies klinken. Dat het geluid uit zo’n mooi instrument komt draagt in elk geval bij aan de beleving. In de weerspiegeling van de piano zie ik dat ook voorbijgangers hun blik naar binnen werpen op Bart en de melodica. Met veel variatie en dynamiek in zijn spel blijft het aangenaam om naar te luisteren. Als Bart klaar is vertelt hij dat hij de melodica zo’n mooi instrument vindt omdat het een soort combinatie van trombone en piano is.
Voor we er langzaam een eind aan breien heb ik nog één vraag.

Johan: ‘’Is er nog één ding wat je echt graag kwijt wil?’’
Bart: ‘’Dat ik met het stadscomponistschap een bijdrage wil leveren aan het ontdekken of herontdekken van muziek. Het ontdekken hoe leuk het is om fysiek met een instrument bezig te zijn, het liefst samen.

We bedanken elkaar en spreken af dat we elkaar nog eens zien en elkaar van muzikale ontwikkelingen op de hoogte houden. Wie weet wat we voor elkaar kunnen betekenen.