Dead Bob uitverkocht, of wacht, toch niet? Verwarring voorafgaand aan het concert van Prey en Dead Bob in de Willem Twee concertzaal. Wat blijkt, de optredens blijken gepland in de Kleine Zaal, en pas in de middag wordt duidelijk dat er verplaatst is naar de Grote Zaal.

En dus komen er meer kaarten vrij. Mazzel voor de mensen die uit de buurt komen. Jammer voor diegenen die Dead Bobs enige concert in Nederland zo missen omdat ze wellicht al iets anders hebben gepland, want het was immers toch al uitverkocht.
Dead Bob

Uit de as van het even legendarische als Canadese No Means No, wat voor twee derde heeft bestaan uit de broers Rob (bas en zang) en John Wright (drums en zang), is Dead Bob verrezen. Drummer John heeft de sticks weer opgepakt, en een band om zich heen gegroepeerd, bestaande uit ervaren en gelauwerde muzikanten.
Eerste wapenfeit, de plaat Life Like, kan mij niet zo bekoren- de plaat pakt me niet. Maar alleen al om John Wright live te zien spelen maakt een avondje Willem Twee de moeite waard. Dead Bob bestaat uit vijf muzikanten- naast drums, wordt het podium bevolkt door een bassist, twee gitaren en een toetsenist; in goede N.M.N. traditie allen vooraan op het podium opgesteld. 
Daarbij heeft elke muzikant een eigen microfoon. Dit zorgt voor een mozaïek aan stemgeluid- elk nummer z’n eigen stem, en daarbij vaak ook meerstemmig. Qua klankkleur leunt Dead Bob nogal op z’n illustere voorganger, wat met name komt door het dikke, strakke basgeluid. Ook heeft één van de stemmen veel weg van die van Rob Wright. Maar het is Bob vergeven. Want buiten wat N. M. N. – covers is Dead Bob vooral Dead Bob.

De energie spat van het podium, vakmanschap en plezier (de dansjes van de toetsenist!) geven de nummers een vonk die op plaat afwezig is. Met als kers op de taart de uitvoering van ‘Metronome’ , waar de gitariste- zangeres haar ‘scream therapy’- shirt meer dan eer aandoet.
Prey

Het Tilburgse Prey heeft de eer te mogen openen voor Dead Bob. In de klassieke rockbezetting van gitaar, drums, bas. en zang spelen de vier mannen vol vuur hun garage- postpunk. Het is voor mijn oren een beetje vleesch noch visch, hoewel ik toch meen in songopbouw en akkoorden wat helden van weleer (Sex Pistols, Dead Kennedys) te herkennen. Ik word er helaas warm noch koud van, maar met twee e.p.’s, wat singles en een trits aan optredens doet Prey het niet onverdienstelijk.

