Joost Oomen toert deze zomer samen met jazzband Kruidkoek langs verschillende festivals. Op Boulevard spelen ze op donderdagavond hun voorstelling Liefde in Tijden van Hopjesvla in de uitverkochte zaal van Podium Azijnfabriek.
Joost Oomen
Dichter en performer Joost Oomen lijkt de wereld tot in het kleinste detail te observeren. Hij speelt met die observaties en schiet ze vervolgens in lieve, grappige en soms absurde vorm het publiek in, als een tekstueel confettikanon. En dat confettikanon voel je vanavond ook. Het applaus, nog terwijl de confetti neerdwarrelt, wordt vriendelijk afgekapt door Joost, alsof hij wil zeggen: ‘Jongens, let nou op, confetti schieten is precisiewerk!’

Kruidkoek
Kruidkoek is een jazzband die niet bang is voor rockinvloeden. De band, bestaande uit Tijmen Kooiker (gitaar), Nick Feenstra (saxofoon), Reindert Kragt (bas) en Bram Knol (drums), komt qua look & feel meer over als een indieband. Met hun speelse vormgeving (zie website) en zelfgemaakte videoclips (met een duplotrein) nemen ze zichzelf niet al te serieus.
Eigenlijk past zo’n speelse instelling heel erg bij jazz en werkt het ook goed in de samenwerking met Joost Oomen. De muziek gaat van jazzy tunes naar rockende gitaren en terug. Bekkens worden geaaid, er wordt gespeeld met een dwarsfluit en er komen verschillende kleinere instrumenten uit de doos, waarvan Joost Oomen er regelmatig zelf een bespeelt. Zo vinden ze zelfs een klank die past bij de zin ‘een mier die door whisky loopt’.

Liefde in tijden van hopjesvla
In deze voorstelling neemt Joost Oomen ons mee in zijn pogingen om de liefde te beschrijven in poëzie, zonder dat het klef wordt. Oomen ontleedt het ja-woord, observeert leeggegeten jampotten waar kaarsjes in gaan en verwondert zich over een koekoeksklok die heel goed weet welke koek hij eerst moet zeggen. Er wordt in de voorstelling gespeeld met eten — tekstueel dan. Zo horen we zinnen als ‘Lieve pudding, beef niet’, en mag het publiek met woorden zijn eigen boterham beleggen.
Het is tof om te zien hoe sommige gedichten zelf bijna jazz worden: pingelig en plots. Tegelijkertijd is er voldoende rust in de muziek om ruimte te geven aan het grotere verhaal van de voorstelling. Alle heren op het podium spelen met concentratie én plezier — en dat voel je.

fotografie: Perla van Kessel

