Het debuutalbum Fuel Of Mankind van de band Dripping Trees maakt inmiddels al een goede twee maanden deel uit van mijn platencollectie. Op 10 juli was het dan ein-de-lijk zover: de album release show in Willem Twee poppodium. Het is een vrij existentieel conceptalbum met een fijne overvloed aan emoties, vragen, onbegrip, woede, noise en welgemeend emotionele zang, opgenomen met een live gevoel. Precies zoals ik het hebben wil.
Dripping Trees album release show

De muziek komt voor mij niet sterk in de buurt van één genre, dat vind ik fijn. Laten we het houden op alternatieve garage art rock. Met een gevoel van punk. De overkoepelende stijlthema’s die de nummers met elkaar verbinden zijn de steeds terugkerende heftige dynamische verschillen en de onconventionele songstructuren. Waar je eerst volledig in beslag bent genomen van een zacht, meer spoken word stuk met dromerig gitaargetokkel, word je in een handomdraai overdonderd door absurd harde, bijna woedende rockpassages. Het toont aan hoe innig de bandleden van Dripping Trees op elkaar ingespeeld zijn en verlegt de nadruk van de intense emotionele uitbarstingen van noise naar de theatrale, verhalende lyrics die inwerken op het voorstellingsvermogen. Voor de beelddenkers onder ons.

Wat meteen opvalt is de podium opstelling. De normaalgesproken vier-koppige band heeft twee violisten geworven voor dit optreden en drummer Stijn Luijk heeft zijn drumstel strategisch aan de rechterzijde van het podium geplaatst. De nummers worden thematisch aan elkaar gelijmd door interludes, gesproken door een kunstmatige stem. Dit vormt een fijn contrast tussen onmenselijkheid en authentieke muziek.
Er worden veel partijen geloopt, vooral de baspartijen hebben gedurende de show mijn hart gestolen. Al had ik, naast de aanwezige zang en drums, de gitaren en bas liever wat harder gehad. Wonder boven wonder trapt Stijn niet door zijn kickdrum heen.

Over dat drumstel gesproken. Ik ben zelden zo verliefd geweest op een drumsound. Stijn is deze avond bijna gestegen van mijn op een na, naar mijn lievelingsdrummer. Het scheelde niet veel. Je kan op een snaredrum slaan, en je kan écht op een snaredrum slaan. Het klinkt hard, en warm, en vol, en kapot, en doods, doortastend en straf. Zelfs als hij op een gegeven moment met brushes begint te spelen haakt de sound niet af. Zoals hij drumt zingt hij ook, met volle overtuiging en evenveel diepe lagen in zijn stem als in de lyrics. Al wil ik na een paar nummers wel dat hij wat vaker zijn ogen opent tijdens het zingen. Ik wil toch wat meer aangekeken worden. Tijdens de seks wissel je dat ook gewoon af, als je teveel opgaat in je eigen wereld mis je de connectie met je publiek.

Over afwisselen gesproken, Koen Ruijs en Stijn wisselen de lead vocals af. Ook Koen zingt vertellend, elk woord is te verstaan en hij heeft een fijne rust over zich heen. Gitarist en toetsenist Stef van der Wielen schreeuwt sommige stukken mee. Als een van de bandleden niet zingt, draagt de band alsnog de emotie van de nummers uit, ze staan er echt. Met overtuiging en een serieuze gloed en zonder aangeleerde performance trucs. Al zien Lydia Stiger en Lucien Renette, de violisten, er tijdens het niet-spelen toch wat onwennig uit.
Op de dynamisch hardere stukken staat de viool te zacht in de mix, op de zachtere stukken inclusief viool voegt het warme overkoepelende geluid veel toe. Ze gaan er tijdens het spelen helemaal in op. Geluidsman Richard Janssen wijst me er na afloop op dat dat te wijten valt aan het risico op feedback, het was geen onwil. Hierna zet hij WAP van Cardi B op om het goed te maken. Vergeven en vergeten.
Stijlkeuze Dripping Trees
Stef van der Wielen en Koen krijgen extra punten voor hun stijlkeuze. Ze dragen beide een zwarte broek met wit overhemd. Het staat goed bij hun gitaren. Stijn en Stef Leijten hebben genoeg hun best gedaan om ook te verschijnen in een overhemd, maar hun overhemden hebben nét wat minder overtuigingskracht. Ze missen nét dat beetje flair om hun outfit over de dunne lijn van ‘kleding’ tot ‘artiesten look’ te trekken. Over artiesten looks gesproken, na een paar nummers mis ik een rock uitstraling. Het zou meewerken aan de zeggingskracht als er meer bewogen, gelopen en gesloopt zou worden. Zo klinkt de muziek namelijk wel.

Dripping Trees speelt lange intro’s en nummers duren soms wel rond de 6 minuten. Ze trekken zich niets aan van de wetenschap dat je de aandacht van een luisteraar moet trekken binnen 4 seconden in het Spotify tijdperk. Zo maken ze nummers die over 20 jaar nog steeds hun kwaliteit behouden. De nummers zijn intelligent en klinken volwassen. Ze doen denken aan Nick Cave in het jaar 2000, even overdacht en slim.
Fuel Of Mankind – Spotify
Aan het einde bedanken ze en binnen 1 seconde zijn ze in de coulisse verdwenen. ‘Ze konden toch nog applaus in ontvangst nemen’, klinkt er vanuit het publiek. Het is even angstvallig stil, verwarring alom. Na een tijdje komen ze terug om nog twee nummers te spelen, verrassing. Ik geloof dat we ‘we want more’ hadden moeten roepen. Ongemakkelijk. De twee nieuwe nummers, waarvan ik de eerste, Sea Of Ants, de hemel op aarde vond, komen ze dan eindelijk arm in arm vooraan het podium staan. Dripping Trees neemt het applaus in ontvangst. De cirkel is rond.
Waarom klappen ze zelf mee? En waarom wordt er meteen na het aflopen een veel te vrolijk pingel muziekje afgespeeld? Velen vragen blijven voor altijd onbeantwoord. Evenals de existentiële vragen gesteld op de LP.
We hebben meer van dit soort eerlijke bands nodig. Of juist niet, want Dripping Trees bestaat.