Ik schrijf al enkele jaren lang met veel plezier recensies over de prachtige concerten en theaterervaringen die ik bij November Music mocht meemaken. Ook in 2024 gaat het in november weer heel mooi worden: November Music 2024 vindt plaats van 8 tot en met 17 november in ’s-Hertogenbosch.
Bert Palinckx

En heel wat artiesten zijn alweer bekend: Mayke Nas, Bec Plexus, Dyane Donck, Mathilde Wantenaar, Ann Cleare, Liza Lim, Franghiz Ali-Zadeh en Annelies van Parys. Het Concertgebouworkest en het Radio Filharmonisch Orkest komen voor de eerste keer naar het festival in de grote zaal van het nieuwe Theater aan de Parade. Er zijn concerten van internationale toppers zoals Ensemble Modern, Diotima Quartet en Alva Noto. En ongetwijfeld gaan we nog meer namen tegenkomen de komende maanden.
Mocht je November Music al kennen dan hoef ik er weinig over te vertellen, je blijft vast terugkomen voor meer. Kende je het nog niet, grijp dan vooral je kans om kennis te maken met vernieuwende muziek van een weergaloos niveau. Met optredens waarvan ik zelf jaren later nog denk: “Wat was dit toch mooi”.
Artistiek directeur van November Music Bert Palinckx neemt na 25 jaar na deze editie afscheid. Daarom had ik pas een gesprek met hem over deze tijd, en wie Bert Palinckx is. In Theater de Nieuwe Vorst in Tilburg mocht ik hem ontmoeten voor een zeer genoeglijk en inspirerend gesprek. Brabant Cultureel heeft in een interview al eens zijn geschiedenis in eigen woorden weergegeven en liever dan dat nog eens dunnetjes over doen haal ik er in het artikel hieronder wat kenmerkende rode draden uit.
Hij komt even na mij aan voor de afspraak en heeft een blik van voorzichtige openheid, we tasten wat dingen af die we gemeenschappelijk hebben zoals muziekvrienden, groepen als Genesis, Yes, stukjes levenservaring, optredens die we hebben gegeven (we hebben tenslotte allebei een leeftijd waarop je wel eens wil terugblikken).
Ik moet denken aan de uitspraak van Kierkegaard: “Livet forstås baglæns, men må leves forlæns.” Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd.). Daarna opent hij helemaal en hoef ik geen vraag meer te stellen, de ervaringen, geschiedenis, inzichten en ideeën buitelen in hoog tempo over me heen.
Rode draad: de snelkookpan
In ‘Outliers’ bespreekt Malcolm Gladwell wat gemeenschappelijke factoren zijn die bijdragen aan het succes van iemand. Eentje daarvan is de ‘snelkookpan’. Op enig moment als jonge jongen zat Bert op school (het Paulus lyceum in Tilburg) waar hij in muziek en cultuur werd gestimuleerd (school is heel belangrijk voor die dingen). Een schoolvriend van hem kreeg een drumstel van zijn ouders, en via vrienden die al gitaar speelden was het vrij natuurlijk dat Bert (via de basgitaar) contrabas ging spelen.
Met medeleerlingen werd er geëxperimenteerd met Pink Floyd-achtige muziek, bandrecorders en jazz improvisaties. En dat wel vrij fanatiek. Tilburg was toen best een cultureel sentrum (ja, met een ‘s’) waardoor Bert met allerlei voortrekkers van de culturele scene in aanraking kwam die hem ondersteunden.
Vanuit daar was er dus VEEL oefenen, VEEL interactie met andere muzikanten (ook uit Amerika) en meteen al veel uitvoeringen. Ook de muziekschool speelde hierin een grote rol, het was toen goedkoop om lessen te volgen en een contrabas kon je huren.

Door deze intensieve blootstelling aan muziek en muzikanten kon Bert muzikaal flink groeien. En daardoor (het lijkt wel een soort strange attractor uit de chaos theorie) werd hij vaker uitgenodigd, ook op steeds bekendere plekken zoals het Bimhuis. Hij studeerde aan de universiteit als planoloog.
En in de weekends vierde hij geen feest maar studeerde hij muziek. Toen er eenmaal dit soort optredens kwamen en zijn club in 1981 de landelijke jazzprijs won lag de weg open naar meer op dit gebied. En daardoor kwam er een platencontract. Een zichzelf versterkend effect.
Daarnaast studeerde hij af als planoloog en vond ook werk in die richting, waarbij hij veel over organisatie leerde. Het is dan ook heel logisch dat hij meedeed aan de oprichting van de Paradox, waarbij zijn ervaring op het organiseren van optredens, contracteren van muzikanten en alles wat daarbij komt kijken alleen maar toenam. Misschien hielp ook mee dat hij van huis uit een uiterst praktische insteek had meegekregen.
Rode draad: omarm het onbekende
Een ander aspect is dat Bert heel geïnteresseerd is in nieuwe ervaringen. Hij ging het aan om veel over de wereld te reizen voor de muziek, waardoor hij wereldwijd veel contacten legde. Ook als hij wat minder met de muziek ‘had’.
Stockhausen is niet iedereens favoriet. Zijn werk intussen bracht hem in contact met veel lagen in de maatschappij waaronder allerlei verenigingen maar ook krakers en issues rond huisvesting. Weer een kans om te leren organiseren en omgaan met veel mensen. Heel knap als je weet dat Bert zichzelf nogal verlegen vindt.
Het is niet gek dat hij toen werd uitgenodigd om sturing te gaan geven aan het al eerder opgerichte (maar nog heel kleine) November Music, waar hij Henri Broeren leerde kennen en boven de Toonzaal een kantoortje kreeg. Hiervoor moest hij wel zijn toch vrij veilige baan opgeven. Maar dat is een stap die hij waagde.
En wederom had hij te maken met veel onbekenden: de andere eisen die muzikanten stellen voor een dergelijk festival, andere eisen rond kwaliteit van de apparatuur en noem maar op.
Rode draad: De juiste samenwerking
In de loop van November Music zocht en kreeg Bert ook hulp van anderen, waarmee hij gesprekken voerde en die hem nieuwe gezichtspunten lieten zien. Hierdoor kon hij zich op zijn eigen kernwaarde en werk richten en ontwikkelde hij zich voortdurend.
Rode draad: omgaan met druk van buitenaf
Festivals hebben nu eenmaal geld nodig, en November Music werd flink gesubsidieerd. Het evenwicht tussen geld en aantal bezoekers was niet zo goed als dat zou moeten. Dus Bert moest het zoeken in de grotere bezoekersaantallen en het aantrekken van betere publiekstrekkers. Daarin nam hij het risico om Louis Andriessen en Eric Vloeimans aan te trekken. Tot ieders vreugde en verrassing was de zaal meer dan uitverkocht. Waarmee men min of meer uit de kosten was. Dit maakte ruimte voor het maken van wat November Music nu zo mooi maakt: het durven aangaan van vernieuwende concepten die toch een zeer hoge kwaliteit hebben.
Rode draad: hoge normen en waarden
Vanaf het begin werd Bert gestuurd door hoge waarden. Zo werkt November Music niet met vrijwilligers maar zzp’ers, omdat mensen die werken nu eenmaal hun geld waard zijn. November Music won in 2023 de Nieuw Geneco Fair Practice Award 2023 voor transparantie en sustainable practices. Verder werden ze in 2020 deel van de landelijke BasisInfraStructuur; een ware beloning voor deze integriteit.
Rode draad: Meegaan in de veranderingen zonder uit balans te raken.
Er gebeurt van alles in de wereld, veranderingen en vermengingen in cultuur, erkenning van niet-westerse muziek, wereldwijde conflicten, milieu, emancipatie.
Bert zelf vindt dat je met muziek uit de politiek weg moet blijven, hij zoekt wat mooi is en wil schoonheid brengen.
Tegelijk beweegt hij en daarmee November Music wel mee, meer aandacht voor vrouwelijke componisten en musici (en je hebt heel wat erg goede, denk aan de ons te vroeg ontvallen Saariaho).
En aandacht van andere dan westerse muziek. Bert zoekt daarin een balans. Enerzijds mag het wel wat minder met de hegemonie van de ‘witte oudere man’, aan de andere kant is het zeker niet de bedoeling dat je die cancelt. Veel mooier is als iedereen kan bijdragen en samen kan werken.
Dit alles straalt echt van November Music af, interessante nieuwe dingen, hoge kwaliteit en veel gezichtspunten die zijn vertegenwoordigd.
Waarom zou je er dan mee ophouden?
Bert: Ik heb het nu 25 jaar gedaan, en eerlijk is eerlijk, ik kom op een leeftijd waarop dat heel vermoeiend wordt. De organisatie houdt enorm veel in. John Zorn bijvoorbeeld is een geweldige artiest, en is (op zich te prijzen op die leeftijd, hij is nu 70) veeleisend en vergt veel aandacht. Daarnaast gebeurt er zoveel op muzikaal gebied dat dat voor mij (of welk ander mens dan ook) niet goed meer is bij te houden.
Daarnaast kom ik ook teveel in een routine terecht, de meeste dingen heb ik nu wel gezien. En dan wordt het echt tijd om het stokje over te dragen aan iemand met weer nieuwe inzichten. Er is nog ruimte genoeg om te groeien: bijvoorbeeld in een nauwere samenwerking met Theater aan de Parade. Dan kan ik een poos mijn rust nemen en me weer bezighouden met mijn kern, het theater, en wellicht mijn eigen muziek weer oppakken.
Foto’s: Erwin Engelsma













