Britse bands zoals Faintest Idea lijken als enige patent te hebben op het maken van onvervalste ska punk. Rauw, smoezelig, ongecompliceerd, geestig, politiek geëngageerd.
Of de mix van hun ska punk fifty-fifty is daar kan je over twisten. De drie blazers van de band nemen in ieder geval een dominante plaats in en zij staan garant voor die ska sound en beat. De band is momenteel op een promotie tour door de EU voor hun laatste album The Road To Sedition.
Support act zijn FLKS (Flakes van Cornflakes) uit Belgisch Limburg die de boel al behoorlijk opstoken hier bij de Bossche Brouwers.
Faintest Idea
Faintest Idea
Faintest Idea brengt zijn platen uit via TNSrecords dat als doel heeft om spannende bands te ondersteunen en te verspreiden, die qua geluid of mentaliteit als punk kunnen worden beschouwd.
Het laatste album van Faintest Idea is The Road To Sedition (De Weg Naar Opruiing) en van dat album openen ze maar meteen met de eerste drie nummers: The Machine Stops, Kill Em Dead en False Prophets.
Het publiek – reeds flink warm gemaakt door support act FLKS uit België – slaat deels aan de moshpit hoewel pogoën of stomping meer op hun plaats zouden zijn. Dat gebeurt uiteindelijk dan ook.
Faintest Idea – Bobble
De drive van de band is niet te stuiten en hun energie slaat over op het publiek. Het gebruik van die typische ‘ska-nagalm’ roept warme herinneringen op van dampige gigs.
De zaal van de Bossche Brouwers is goed gevuld, ondanks dat de kaartverkoop van de week nog te wensen overliet. Een gebundelde promotie vanuit diverse media kantelde de kwestie.
Het is een bevestiging dat ook in Den Bosch punk en ska in goede aarde vallen. Hopelijk trekt Bossche Brouwers hieruit de conclusie om weer de weg in te slaan die vorig jaar is ingegaan, namelijk het programmeren van punkbands en ook de skanking avonden nieuw leven in te blazen.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Van The Road To Sedition staan Hoods Up Heads Down, Mutually Assured Confusion, War To The Palaces (geweldige titel), Not Coming Back en Scream Into The Void op de setlist. Na afloop geven deze sympathieke Britten een toegift van twee nummers.
FLKS oftewel Flakes
FLKS – Bossche Brouwers
De vier mannen uit Belgisch Limburg spelen rechttoe rechtaan punk. Geen fratsen geen electronica en geen special effects. Pure punk. En daar reageert vooral het jonge deel van het publiek erg goed op.
Het zijn zoals het hoort, korte nummers die zonder veel poespas aan elkaar worden geregen. In totaal speelt FLKS veertien nummers met uitschieters zoals Go Out, Grow Up en Thursday Night.
De leeftijd van de jaren ’80 hardcore punkband No Way uit Den Bosch is gemiddeld 14 jaar. Zij staan eind juli geprogrammeerd op het gerenommeerde Zwarte Cross festival. Ga daar maar tegen aan staan. Dag en tijdstip moeten nog nader worden bepaald. Ze spelen dan in Café Harder. Dat belooft.
No Way
No Way bij Bossche Brouwers
Vorig jaar kon de Bossche punkscene bij café De Vaart Bossche Brouwers kennismaken met deze bevlogen kids die in het voorprogramma stonden van de oude rotten van Pizzatramp, een punkband uit Zuid-Wales.
No Way bestond toen uit drie leden, alle drie geboren in het jaar 2008. In november 2022 voegde bassplayer George (14) zich bij de band zodat Pan (14) nu al z’n energie in het zingen kan stoppen. De andere twee leden zijn Kick (14) op drums en Jorda (14) op gitaar.
Bands als Minor Threat, Circle Jerks en Reagan Youth zijn hun grote inspiratiebronnen. Tegen het einde van 2022 pakte No Way het tempo op: ze schrijven hun eigen nummers, nemen een demo op en boeken hun eerste shows.
George – bass
Het liefst willen ze optreden. Ze hebben inmiddels een aantal keren op podia gestaan en dat heeft hun enthousiasme alleen maar aangewakkerd. Behalve bij de Bossche Brouwers waren ze bij de première van de Bossche skatefilm Kickpush in de Verkadefabriek, in het World Skatecenter in Den Bosch tijdens het NK skateboarden en recent in OJC Walhalla in Sevenum.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Er staan nog andere optredens in hun agenda. Zoals het Sniester festival in Den Haag, Pitfest (een festival in Emmen) en last but not least Zwarte Cross (Lichtenvoorde) eind juli in Café Harder.
Daarnaast heeft documentairemaker Tim Ewalts hen gevolgd voor de NTR. Deze korte docu zal begin april 2023 bij de NTR (NPO start) te zien zijn.
Den Bosch kan trots zijn op deze jongelui die zich zo gedreven op hun muziek storten. Echte jonge Bossche punkers die de stad en Brabant op de kaart gaan zetten. En wat daarna nog mag komen…
Brouwcafé de Vaart heeft het licht weer gezien, en programmeert een aantal weken op rij leuke punk- en hardcorebandjes. M’n lever vaart er wel bij, mijn bankrekening wat minder, maar mij hoor je niet klagen. Donderdag 13 juli staan Ink Bomb en No Breakfast Goodbye, twee bands uit Nijmegen, op het programma.
Ink Bomb
Ink Bomb
Ink Bomb mag de avond openen, ruim na de aangegeven starttijd van negen uur. Dit in de hoop het enigszins spaarzame publiek wat aan te laten groeien. Bij het betreden van het podium door Ink Bomb is de zaal redelijk gevuld, bij weten van de zanger met name door de meegereisde collega’s van één van de muzikanten van No Breakfast Goodbye. Collega’s van zeep- en badbommenwinkel Lush, wat meteen de lekkere geur in de zaal verklaart.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Ink Bomb pakt goed uit qua entourage: achter het podium hangt een prachtige ‘backdrop’, en ook de merchstand ziet er pico bello uit. Muzikaal echter is het wat onverzorgder. Er staan vier muzikanten te spelen, maar het wil geen band worden; er is vrijwel geen chemie merkbaar tussen de vier afzonderlijke muzikanten.
De zanger is niet erg toonvast, waardoor zijn zangpartijen, en de in de skatepunk gebruikelijke koortjes, niet heel fraai klinken. De bassiste plukt gedisciplineerd aan haar snaren, en samen met de drummer, na een wat onvaste start, zorgt zij voor een solide fundament. Jammer dat de verdere aankleding van zang en gitaar (-solo’s) wat flets aandoen.
No Breakfast Goodbye
Deze slideshow vereist JavaScript.
Wat No Breakfast Goodbye mist aan aankleding, maken ze goed met performance. Het KLANKGAT-filmpje op de socials spreekt boekdelen. Skatepunk, met breaks die kloppen, de koortjes tussen zanger- -gitarist en bassist- zanger die goed klinken, en alles wordt met kracht de zaal in geslingerd. De band heeft er veel zin in. Het ene na het andere nummer vliegt er doorheen en de zaal loopt zeker warm voor deze Nijmegenaren.
No Breakfast Goodbye – noodlot slaat toe
Maar het zal niet aan het ‘de dertiende van de maand- syndroom’ liggen, maar het noodlot slaat toe. Zowel de gitaar als de versterker van de gitarist leggen het loodje. Aan de rest van de band de uitdaging om het publiek te vermaken, terwijl met lapmiddelen geprobeerd wordt instrument en versterker weer tot leven te wekken.
Het vermaken lukt vrij aardig, met flauwe moppen en dito liedjes, gitaar en versterker zijn opgegeven. Dit tot enorme frustratie van de gitarist, die er echt goed inzat en veel energie en ontlading in zijn spel stak.
gemotiveerd & vasthoudend
De frustratie heeft zeker ook zijn weerslag op de rest van de band, want ondanks dat de gitarist verder kan spelen op de gitaar van de zanger- gitarist, en alle vier de leden van No Breakfast Goodbye keihard hun best staan te doen, is de dynamiek en energie van het eerste gedeelte van de set er een beetje uit.
Dat ze bij het laatste nummer het publiek toch nog mee krijgen in een moshpit zegt meer dan genoeg over hun gemotiveerdheid en vasthoudendheid. Diepe buiging hiervoor, om op deze manier je set uit te spelen, jammer dat het zo loopt want het smaakt naar meer. Dus hopelijk tot binnenkort, ergens in de herkansing, zonder materiaalpech!
Pizzatramp is een punkband uit Zuid-Wales maar qua hardheid en grofheid doen zij zeker niet onder voor hun grootstedelijke evenbeelden. Sterker nog, zelden heb ik zoveel gevloek en getier aangehoord. Naarmate hun gig vordert, vermindert dat allemaal en komt het spel meer aan bod. En die is energiek als een stalen muur. Punk van het zuiverste water brengt supportact No Way, een band van drie dertienjarige Bosschenaren. Plaats van al deze handelingen is café De Vaart Bossche Brouwers.
Pizzatramp
Pizzatramp – Sammy Two Cabs
Ik sprak vooraf even met de bassist van Pizzatramp, vroeg hem naar de setlist. “Ow, we don’t know. It’s a surprise. Even for us.” Geen setlist, geen vaste programmering, laat het helemaal over aan het moment, het toeval, de ingeving. Meer punk dan dit zul je niet sneller krijgen. De band schrijft er dit over op Facebook: “Den Bosch was wicked late night, carnage and beer galore, heavy hangovers galore.”
Pizzatramp – Jimmy No Whammy
Frontman Jimmy No Whammy opent de show en zegt dat het eerste nummer een tribute is aan …Tom Cruise. Ik denk dat Cruise niet bijster ingenomen zal zijn met deze tribute die bol staat van razernij en gevloek. Het publiek lacht en juicht instemmend mee. Een aantal fans maakt zich op voor een moshpit die de hele show voortduurt. Tot verbijstering van vijf meisjes die op barkrukken angstig toekijken. Het is ook niet niks, al die hanekammen, stagedive, moshen. En de tomeloze energie die de band uitspuwt die aan het eind van deze korte show – hooguit 35 minuten – een geluidsmuur optrekt waar geen doorkomen aan is. Een geluid van staal.
Pizzatramp – Danny Banger
No Way
No Way
Punk is niet dood te krijgen. Onmogelijk. No Way. Niet als het aan de drie jonge bandleden van support act No Way ligt. Alle drie zijn geboren in het jaar 2008 en komen uit Den Bosch. Hun nummers zijn fel, hard en kort. Zelden zal een nummer langer duren dan 1 minuut. Zoals het een echte punkband betaamt.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Ouders en buurtvrienden komen kijken en er ontstaat zelfs een (bescheiden) moshpit. Er zijn veel kleine kinderen die her en der rondlopen. Een gezellige vrijdagavond met veel families zo lijkt het. Maar het gaat hier wel om een echte punk avond in het café. De stemming zit er goed in en dat blijft zo.
Met Rats and Daggers en Bambi Choclate FC halen de Bossche Brouwers twee punkbands binnen die minstens twee generaties verschillen. Behalve leeftijd is dat duidelijk hoorbaar in hun songs. Waar je kan spreken van punk 2.0 (en misschien wel 3.0) bij Rats en Daggers, is Bambi Choclate FC een echte exponent van de eerste punk golf uit de jaren ’70, punk op zijn puurst. Er zijn ook veel overeenkomsten. Ze spelen allebei hard, snel, vuig en ruig.
Rats and Daggers
Rats and Daggers – Imara, Sander en Camilo
De band van Imara Speek is niet geheel ongeschonden uit corona gekomen. Rats and Daggers heeft een behoorlijke persoonswisseling ondergaan. Bassiste/zangeres Nienke van Duuren en drummer Ray Kornet stopten om zich aan andere zaken te kunnen wijden. Daarvoor in de plaats kwamen drummer Sander Koene en bassist Camilo Ulloa.
Deze slideshow vereist JavaScript.
De band wil een nieuwe EP maken. Imara vraagt het publiek hun T-shirts te kopen om zo de kosten te kunnen betalen. Tot nu toe zijn er drie singles uitgebracht, Vampires, Pulp Video en She Wolf in 2021.
De band opent de set met Monophobia. Wat meteen opvalt, is de gitaarbehandeling van Imara Speek. Het is niet het bekende ramwerk, er zit duidelijk melodie in, soms space vaker rocky. Sander en Camilo stuwen en onderstutten de energie van hun frontwoman. Er is niks aan de hand met haar stembereik.
De laatste single She Wolf is een ijzersterk nummer en als die lijn wordt doorgezet dan is het echt uitkijken naar die nieuwe EP.
Bambi Choclate FC
Michel Geelen
Michel Geelen en William van Houtum spelen zowel in Bambi Choclate FC als Death Star Discotheque. Die laatste band trad nog begin mei op bij de Bossche Brouwers en lieten een hele goed indruk achter: ‘niet lullen maar poetsen’. Ook toen was er een support band , Room 17, van een duidelijk jongere generatie. Het verschil tussen Bambi Choclate FC en Death Star Discotheque? Michel vertelde zelf dat Death Star Discotheque postpunk is en Bambi de real punk maakt.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Het kan aan mij liggen maar een echt verschil kan ik niet maken tussen die twee bands. Energiek, snel, geen flauwekulletjes, hard. De set is snel voorbij zoals het hoort bij punk.
Woohoo-oo-oo-oo
Michel is een ware frontman. Er is een grappige toegift. Michel roept het publiek op het podium op te komen om mee te doen aan de Woohoo-oo-oo-oo song van de Japanse band The 5.6.7.8’s (uit Kill Bill van Quentin Tarantino).
Bij de Bossche Brouwers lijken de donderdagen bestemd voor verschillende muziekstromingen en thema’s. De ene keer punk zoals nu en dan is er het ska thema Easy Skankin’.
De midden in coronatijd opgerichte band Treasure Drop bijt zaterdag 21 mei bij café Bossche Brouwers De Vaart het spits af van de nieuwe clubavond EASY SKANKIN’. De focus van de clubavond ligt op reggae, ska en dancehall 🇯🇲🌴. Treasure Drop speelt een breed scala aan minder bekende nummers met een flinke scheut rock.
Treasure Drop
Treasure Drop – EASY SKANKIN’ bij Bossche Brouwers
De online kaartverkoop is uitverkocht, staat op Facebook. Aan de deur zijn er nog wel tickets verkrijgbaar. Den Bosch heeft wel zin in een potje skankin’ & wankin’. Voor en na de live muziek draaien de dj’s Cartes Selah en Kingston Hi-Fi.
Treasure Drop tikt stipt aan om 21:30 uur met Artibella van Ken Boothe. Een klassieker die er goed inglijdt. De mensen beginnen nu al te dansen op deze opener. Dat belooft wat. De band omschrijft zichzelf als Jamaican Ska, Rocksteady & Early Reggae. Het tweede nummer is Old Rocking Chair, een oldie van Jackie Opel. Treasure Drop speelt bewust gruizig en dat is goed te horen in het derde nummer In The Mood For Love, een platgezongen evergreen die op deze manier flink wordt gereanimeerd.
David Beukers tenorsax en Coen van Leeuwen trompet
Met Rock Fort Rock komen we in een interessante fase aan van de show. Het is een instrumental van The Skalalites en frontman Remco Korporaal pakt zijn altsax en blaast een vette partij mee (zie coverfoto). De versie van Treasure Drop is rockier, feller en wordt wat langer uitgesponnen. Verder in de show komen meer instrumentals. Niet dat ik de vocale kwaliteiten van Remco in twijfel trek – als frontman is hij trouwens ijzersterk – maar bij die instrumentale nummers komt vooral de kopersectie goed tot zijn recht.
Deze slideshow vereist JavaScript.
De dampende tenorsax van David Beukers beukt er goed in. Aad Leering op trombone en trompettist Coen van Leuven doen zeker niet onder. Het moet geweldig zijn voor een muzikant om dit soort nummers te spelen voor een dolenthousiast publiek dat mee skankt. Bassist Dave Postma en drummer Dimitri Versteegen houden de beat strak. Hidde Wijga op keys en gitarist Frank van der Veer ondersteunen het ritme zonder enige opsmuk in hun spel. Alles in dienst van het ritme.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Na Why Don’t You Wake Up gaat de boel in het café met I Won’t Let You Go helemaal los. Love and Justice van Rico is de tweede instrumental en ook deze versie wordt wat meer up tempo uitgevoerd. Hoogtepunt van de avond is het sublieme nummer I Want Justice van Delroy Wilson. Frontman Korporaal rent van hot naar haar op het kleine podium waar acht man bij elkaar gestouwd staan. Ze lijken er geen last van te hebben. Het oogt als een prettig boeltje bij elkaar.
live Easy Skankin’ clubavond
Als de begintonen van het beroemde Pressure Drop van Toots & The Maytal klinkt, is het duidelijk dat de nieuwe clubavond EASY SKANKIN’ zich geen beter begin kan wensen dan Treasure Drop. Een gouden greep.
Hierna volgen twee instrumentals en wederom van The Skalalites, het oude reggae/ska Eastern Standard Time en het vrolijke Latin Goes Ska. De climax moet komen van Carry Go Bring Come eveneens van The Skalalites. Maar het publiek gaat pas echt uit zijn dak van het 54-46 Was My Number van Toots & The Maytals. Er wordt meegezongen, geskankt en gebumpd. Remco geniet van het Bossche publiek en bedankt het regelmatig gedurende de show.
De roep om een toegift wordt snel ingewilligd. De band heeft nog wat energie over. Met een kortere uitvoering van I Want Justice sluiten Remco en zijn ska kornuiten het live deel van de eerste EASY SKANKIN’ avond af. Hierna is het aan de dj’s.
Met een brede cocktail van punkbands, skateboarden en navenante kunst zet het tweedaagse Bossche festival Out Of Step zich goed op de kaart. Initiatiefnemers Helmer Lathouwers en Casper Herselman kunnen terugkijken op een geslaagde editie, die beide dagen op een goede toeloop van toeschouwers mocht rekenen. Het eerste verslag van vrijdag 13 mei kan je hier lezen.
Dit artikel is geschreven door gastschrijver Pascal Vugts.
De zon scheen lekker op de Tramkade, plaats van handeling van het Out of Step festival. Pal voor het nog te openen nieuwe World Skate Center trapte ’s middags een demo en skateboardcontest het festival af. Deelnemers streden bij een wedstrijd in een tijdelijke miniramp voor prijs voor de beste truc, met een hoofdprijs van € 100, gewonnen door Jelle. Speciaal voor de gelegenheid waren daar buiten ook de grote kunstletters TRAMKADE weer op hun oude plek geplaatst.
Ondertussen werd er nog meer geskate in galerie Ruby Soho. Binnen is speciaal voor het festival hier een kleine miniramp opgesteld, waar skaters tussen de zeefdrukken en kunstige decks aan de muur hun ding konden doen. Hier was werk verzameld van kunstenaars uit binnen- en buitenland.
En over bijzondere objecten gesproken: de coole Japanse scooterbakken bij Rolling Japanese mochten er ook zijn. Een parel van jewelste, gewoon permanent verstopt op de Tramkade. (Check ze gerust, ze zitten links van ZEE/ZAND).
De toffe vibe hier kreeg een perfecte muzikale douw van Erik van Haaren, de songwriter/gitarist/troubadour des bier en levens die je wellicht eerder tegenkwam als NT Erik of Erikinamillion. De oud-zanger van bands als Undeclinables en One In A Million bracht op zijn akoestische gitaar een prettig zwik grassroots songs met een dikke folk saus en gestripte versies van punkrock classics. De perfecte soundtrack voor de middagzon met een koud pilsje.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Bands, bands, bands
Natuurlijk barstte het deze tweede Out of Step dag van de bands. Dat begon ’s middags al in Brouwcafé de Vaart, waar Sun-O-Bathers de aanwezige zonaanbidders trakteerden op onvervalste Friese skatepunk met een onvervalste ninetees California vibe. Nog lekkerder werd het met de mannen van Tusky, die ondanks het voor het gevoel rare tijdstijd (het liep inmiddels tegen zessen) een dikke set neerzette in een inmiddels goed gevuld Brouwcafé. Of dit een van de beste, meest energieke livebands van Nederland is? Wij durven er gerust ons skateboard voor in het vuur te steken.
Tijdens de avond speelden de bands vandaag allemaal in poppodium Willem Twee. Terwijl het avondeten nog moest zakken waren het de mannen van het Tilburgse Bongloard die in de Grote Zaal mochten aftrappen. Het beloofde een avond waarin de bezoekers zich weer eens ouderwets konden laten gaan. Mede dankzij de puike programmering van Out of Step, die met de line-up voor vandaag opnieuw laat zien dat het snapt hoe je een vuig punkrockfeest bouwt.
Na Burlers (hard!) in de Kleine Zaal claimde de Vlamingen van Rotzak het hoofdpodium. Stevige noise punk, waarbij de zanger dankzij zijn 10 meter lange witte mic-snoer regelmatig het moshende publiek in springt. Dat zijn bloesje er zonder kleerscheuren van afkomt mag een wonder heten.
In de Kleine Zaal weten ook The Shivvies het publiek tot een feestje te overtuigen. De mannen uit Rotterdam foefelen de ene na de andere song uit hun hoed, die doen denken aan Ramones en oude Green Day. Toffe guys met prettige songs zonder al te veel opsmuk, oprecht gebracht naar een dankbare meute.
Ploegendienst knalt er vervolgens in de grote zaal hard op los. De band onder leiding van rockster, artiest, stijlicoon en zanger Ray Fuego spuugt de ene na de ander harde track uit en zet
het publiek aan tot het een dolle meute wordt. Niemand in de zaal die geen lekkere grijns op de smoel heeft.
Daarna is het shirt uit, bier vol en knallen met de Wodan Boys. De Kleine Zaal barst uit zijn voegen bij deze patsers. Iedere band met een witte Flying V gitaar is sowieso de bom, maar Wodan Boys maakt het waar. Veel man op een klein podium en knallen maar. Vindt ook het publiek, dat over elkaar heen duikt, stagedived en vanuit de paal naast het podium de sfeer opzweept.
Backfire mag de dag in de Willem Twee afsluiten. De Limburgse hardcoreveteranen hebben geen enkele moeite om een solide, stevige show neer te zetten. Waarbij ze mogen rekenen op een flinke schare die-hard fans, die geregeld zelf de lyrics in de mic van zanger Patrick Coenen mogen spugen. Dikke ouderwetse gezelligheid, die lang werd gemist maar op Out Of Step weer helemaal tot zijn recht komt.
Afterparty
Voor wie nog niet naar bed wilde, had Out of Step nog een toetje in petto. Op de afterparty in Brouwcafé de Vaart dromden de die-hards (en ja, dat waren er nog behoorlijk wat) bijeen om nog een keer te duwen, te trekken en te brallen bij de laatste band van het festival. Het sympathieke Drunktank zette een gepolijste set neer, vol tempo en gelikte een-tweetjes tussen de gitaren. Kudos ook voor de drummer, die zo strak speelde dat er geen speld tussen te krijgen viel.
Met Out Of Step heeft Den Bosch er weer een te gek, fatsoenlijk festival bij. Hopelijk volgend jaar in een uitgebreidere editie, met nóg meer skateboarden, bijzondere kunst en acts die het daglicht wél kunnen verdragen. Wij staan vooraan!
Tekst Out of Step: Pascal Vugts Fotografie: Sjors van Gils en Rob Rouleaux
Coverfoto: Sjors van Gils
Het nieuwe festival Out Of Step op de Tramkade in Den Bosch is een mix van art, skate en punk. Zeg maar ingrediënten die op de Tramkade rijkelijk voorzien zijn van ideale locaties. Out of Step is een initiatief van Helmer Lathouwers (o.a. Camp High Gain) en Casper Herselman van Attak graphic design.
Je hebt wel eens zo van die dingen. Staat er een mooi festival op de agenda, twee dagen punk, art en skate, onder de noemer Out Of Step, blijkt dat je zelf alleen de vrijdagavond kan.
Op papier had de zaterdag de ‘betere’ bands; Tusky, Ploegendienst en zo wat meer namen, aangevuld met kunst en skate, verdeeld over de Tramkade.
De vrijdag was er ‘alleen maar’ in Brouwcafé de Vaart iets te doen, en dan nog ‘alleen maar’ bandjes… het ‘alleen maar’ blijkt een fantastische openingsavond op te leveren voor Out Of Step. Wat een bands, wat een sfeer, wat een avond!
Opener is het Poolse CF98, drie jonge gasten en dito zangeres, die rijkelijk tappen uit het vaatje wat een band als NOFX rijkelijk gevuld heeft. Niet beperkt door enige terughoudendheid door de enigszins lege zaal, spelen ze een strakke set skatepunk, afgewisseld door wat langzamere, ‘anthem’ achtige nummers. De gitarist wekt de indruk dat-ie het hele stuk vanuit Polen die ochtend achter het stuur van de tourbus heeft gezeten, de rest van de band oogt wat energieker. De zangeres, goed bij stem, springt en huppelt over het podium en praat de nummers aan elkaar. De bassist vult mooi in, de drummer tikt alles knap vol, met ruimte voor innovatieve en knappe breaks. En ondanks zijn licht uitgestreken uitstraling, is de gitarist er echt wel bij, scherp en to the point. Een toffe opener van een toffe avond.
Skroetbalg
Er zijn van die woorden die lang in je hoofd blijven ronddobberen, woorden die een gevoel oproepen waar je niet zo veel mee kan. ‘Aalscholver’ doet dat bij mij, en ‘aardappelmoeheid’. Sinds vrijdag kan ik ‘skroetbalg’ aan het rijtje toevoegen. Het betekent ‘opschepper’ in Drenths dialect, en het is ook de naam van de tweede band op Out Of Step.
Skroetbalg doet niet aan nuance. Vanaf tel één gaat het gas er op. Dikke vette recht-toe, recht-aan rock ‘n’ roll in de hoge versnelling, met dikke zwarte rookpluimen als bewijs van een vette afstelling. Mocht iemand beweren dat de vier mannen van Skroetbalg de buitenechtelijke kinderen zouden zijn, als gevolg van een Drenthse vakantie van Motörhead, ik had het voor waar aangenomen. Vol volume en enthousiasme bezingen ze de geneugten van bier, hun provincie en zo nog wat. Het dialect maakt het wat moeilijk te volgen, maar dat ponypark Slagharen kut is, komt duidelijk over. Dikke pret met deze mannen.
March mag het stof opvegen wat Skroetbalg achter heeft gelaten. De vierkoppige band uit Breda, twee dames en twee heren, maakt ouderwetse punk. Ginne klets, gewoon spelen, vol energie. De zangeres heeft een goede schreeuw die perfect past bij de muziek. Helaas is March in mijn beleving de minste van de bands die ik vanavond ga zien. Het geluid blijft hangen in de hoge tonen, wat nog eens versterkt werd door de harde schelle bekkens van de drummer. Toch de set uitgekeken, want wat overblijft is een band die hard z’n best staat te doen, met veel plezier en overgave.
Wat van ver komt is lekker, zegt men. Nu is Oostenrijk niet heel ver van hier, maar ver genoeg om hun chocolade, en belangrijker, één van hun bands érg lekker te maken (in hoeverre dit trouwens waar is? De zanger blijkt, na afloop, in ieder geval een rechtgeaarde Rotterdammer, met wie het goed ouwehoeren is bij de merchstand).
Maar Oostenrijks of niet, Insanity Alert komt, ziet, overwint, en geeft ook nog even een trap na. Wat een geweldige partij ouderwetse thrashmetal krijgen we om onze oren hier! Strak, snel, de zang, de breaks, alles klopt hier. De moshpit voor het podium laat zien dat het publiek het hier mee eens is. Wat een heerlijke bak energie nemen deze mannen mee. Na een set van een drie kwartier nemen zij dan ook dik verdiend het dankbaar gejuich van het publiek in ontvangst. Wat een afsluiter!
Bij deze applaus voor de bands die ik deze avond in de Vaart heb gezien, en applaus voor Out Of Step, dat een energiek en sympathiek festival neer heeft gezet. Ik ben erg benieuwd wat de ervaringen van de zaterdag zijn, laat alsjeblieft een reactie achter.
Dat er nog genoeg te beleven valt na Koningsdag bevestigen Room 714 en Death Star Discotheque bij Brouwcafé De Vaart. Synthpop en onvervalste Amerikaanse gitaarrock. Het viel te verwachten; de dag na Koningsdag zou er weinig publiek op komen dagen. Maar het handjevol bezoekers wat wel op 28 april in de Vaart staat, wordt uitstekend vermaakt.
Room 714
Room 714
Opener van de avond is Room 714. Deze jonge band uit Eindhoven maakt frisse heldere popliedjes. Het geluid wordt vooral bepaald door twee synthesizers, wat de band een duidelijke jaren ‘80- jus geeft, en deels door stevige gitaarerupties. Dat wil zeggen, stevig, maar binnen de lijntjes. Het geheel wordt op de been gehouden door een stabiele basis van bas en drums.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Room 714 zegt geïnspireerd te zijn door Depeche Mode en andere synthpop, maar het is geen lege pastiche wat ze spelen, geen lege kopie. Room 714 heeft goed geluisterd, en wat ze gehoord hebben goed kunnen vertalen naar poppy, dansbare new wave- nummers, en wat meer ballad- achtige stukken. Klein minpuntje is misschien dat voor de langere uithalen, de stem van de zangeres nog net niet vol genoeg is.
Maar zoals gezegd, het is een jonge band en buiten dat valt er genoeg te genieten.
Death Star Discotheque
Death Star Discotheque
Van een heel ander kaliber is Death Star Discotheque. Hier staan vier volwassen kerels, in klassieke rockbezetting, hun opwachting te maken. De soundcheck verraadt al waar het op uit gaat draaien: niet lullen maar poetsen.
Nieuwste single Move On
Niet gehinderd door het kleine aantal bezoekers gaat Death Star Discotheque los. De eerste vier nummers om op te warmen rug aan rug, zonder pauze voor je kiezen. Op Amerikaanse leest geschoeide gitaarrock. De zanger bedient tevens de slaggitaar en bepaalt het thema. De leadgitarist hangt er lekker tegenin, met zijn door pedalen gekleurd geluid.
gekleurd geluid
Als een maïzenapap ligt de bas hier onder, dik vloeiend. De heldere tikken van de drums vervolmaken het geluid. De heren hebben goed geluisterd en weten wat ze willen qua geluid.
Ik mocht de EP Three van hen beluisteren voor KLANKGAT, en dat maakte me nieuwsgierig naar een live- optreden. Mijn nieuwsgierigheid wordt méér dan bevredigd. Wat Room 714 doet met synthpop, doet Death Star Discotheque met gitaarrock. Ze geven er een eigen draai aan, wat ervoor zorgt dat het allemaal bekend overkomt maar toch origineel is.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Na een set van vijftien eigen nummers, waarbij vooral de zanger- gitarist zich in het zweet heeft gewerkt, wordt het toch opgedaagde publiek bedankt. Ook de geluidsman van de Vaart wordt bedankt, en verdiend. Knap wat hij voor elkaar krijgt.
Met airplay op onder andere Pinguïn Radio en diverse buitenlandse ‘indie’ radiostations en een plek op de bank nog, voor de afgelopen editie van Paaspop, lijkt me Death Star Discotheque langzaam maar zeker op te stomen naar een plek in de volgende divisie. Mijn tip: hou hun agenda in de gaten en ga ze zien.
Not Dead Yet staat gekalkt op de accordeon van Andries van den Broek van de folk-punk band Bunch of Bastards. Nog niet dood, dat is één ding wat zeker is op deze zondagmiddag bij de Bossche Brouwers. ‘We leven nog ondanks meneer Poetin’. Daarmee haalt Andries de actualiteit er snel even bij. Met 500 Pints zet de band die woorden kracht bij.
Bunch of Bastards
Bunch of Bastards
Patrick’s Day is de nationale feestdag van Ierland. De feestdag valt op 17 maart waarbij de beschermheilige van het land, Saint Patrick, wordt herdacht. Eigenlijk was het afgelopen donderdag Saint Patricksday, maar de Bossche Brouwers vieren het op zondagmiddag samen met Bunch of Bastards. De band speelt een combinatie van traditionele Ierse folk songs met een up-tempo rauwe folk-punk. Grote inspiratiebron is de beroemde band The Pogues. Maar denk ook aan Flogging Molly, Mahones en Dropkick Murphys.
Bunch of Bastards bij de Bossche Brouwers
Het optreden bij de Bossche Brouwers is de vijfde gig van de band binnen een week. Na een lange corona-stop en nu zoveel optredens moet dat toch goed voelen? Een vraag die door elke bandlid positief wordt beantwoord: “Je hoort mij niet klagen.”
Het nummer Back in the Day gaat er net zo lekker in als het openingsnummer, punk met een stevig folk sausje. Met Sky Over Rotterdam haalt Andries van den Broek wederom de grimmige actualiteit aan van de strijd in Oekraïne, de verwoesting van steden door oorlogsgeweld. The war made that sky such a restless place
And airplanes were never hard to trace
De laatste release, de single Airplane Pilot, Drunken Lullabies, Michael Malloy en Drunken Lazy Bastard passeren de revue met dezelfde tomeloosheid. Dat is zo kenmerkend voor deze band die duidelijk plezier heeft aan dit optreden in Den Bosch ondanks de wat teleurstellende opkomst. Katusha Kalashnikova is een heel vermakelijk nummer. De intro doet een beetje denken aan het nummer Russian Spy and I van The Hunters met Jan Akkerman.
Tweede set
Deze slideshow vereist JavaScript.
Na het intermezzo volgt een akoestisch deel met zanger Jasper de Jonge, Gosse Bosma op de elektrische mandoline, Andries van den Broek op accordeon en Peter Heyman op gitaar. De evergreen Dirty Old Town van The Pogues is daarin een hoogtepunt. Bunch of Bastards heeft vele gezichten, gevoelig en mannelijk. Het zijn ook zonder meer goede musici. Als bassist Dex Loeve en drummer John Ouwerkerk het podium opgaan, is het gedaan met dat akoestisch deel want The Pogo Never Stops.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Intussen wordt er gedanst in de zaak tot genoegen van Andries die zich ontpopt tot oproeper en elk nummer een voorwoord geeft. Hoogtepunt is de meezinger Sing With Us Bastards en het duidelijk is dat Bunch of Bastards een echte festival band is die haar publiek met alle gemak meeneemt met opzwepende pogo-folk. Luister maar naar de traditional …Tell Me Ma.